maandag 2 juni 2014

klas 4, schrijfopdracht 5, klachtenbrief

Mariëlle van Es
Iepenlaan 17
4235 HK Ameide

Ameide, twee juni 2014

Museum van de Twintigste Eeuw
Postbus 314
2525 BX Den Haag

Betreft: Bezoek tentoonstelling vijftig jaar reclame

Geachte heer/mevrouw,

Vorige week woensdag 28 mei hebben wij deze tentoonstelling met onze klas bezocht. Bij het bezoek hadden we van tevoren een inleiding van een deskundige van het museum.  Hierover zijn wij echter niet tevreden. 

Het praatje van de deskundige was niet meer dan de informatie op de website. Die informatie hadden wij al in de klas doorgenomen. Daarnaast bleek dat de deskundige zich niet had voorbereid. Het verhaal werd niet boeiend en samenhangend vertelt. Daarnaast was de deskundige van zeer veel informatie niet op de hoogte.
De inleiding was voor ons dus helaas niet leerzaam.

Wij hebben er wel € 75 voor moeten betalen.Wij vinden de kwaliteit van de inleiding onvoldoende. Wij zouden daarom graag ons geld terug willen of een andere deskundige  bij ons op school de inleiding laten houden. Wij hopen zo snel mogelijk een reactie van u te ontvangen.

Met vriendelijke groet,

Mariëlle van Es



maandag 19 mei 2014

klas 4,schrijfopdracht 4, pamflet


Kolderdag 2015
De vijfde klas gaat ervoor zorgen dat deze dag er komt!

Twee jaar geleden heeft het schoolbestuur kolderdag én koldernacht afgeschaft. We mogen onze laatste lesdag dus  niet meer op school overnachten en de dag erna is er geen kolderdagprogramma meer voor de rest van de school. De enige dag dat leerlingen het voor het zeggen hebben, wordt ons zomaar afgepakt! 

Kolderdag is een feest
Kolderdag is de traditionele laatste lesdag van de zesde klas. Jarenlang mochten de leerlingen een nacht op school slapen en de dag er na hadden zij het voor het zeggen op school.  Je allerlaatste dag op school mag een feest zijn, omdat je de zesde hebt gehaald, omdat de examens en het harde leren daarvoor in je vakantie bijna begint en omdat je bijna gaat studeren. Zo’n gebeurtenis kun je toch niet ongemerkt voorbij laten gaan?

Vergadering
Wij willen het schoolbestuur ervan overtuigen dat alle huidige vijfdeklassers volgend jaar een leuke kolderdag voor de hele school kunnen en willen organiseren. Deze dag gaat dan voor ons als zesdeklassers een onvergetelijke dag worden. Voor het organiseren van deze dag hebben wij toestemming van de schoolleiding nodig. Daarom willen wij  een vergadering organiseren om te  bespreken hoe we het schoolbestuur  precies gaan overtuigen om deze waanzinnig leuke dag toch door te laten gaan. Wij willen toch ook net zo'n kolderdag als de zesdeklassers in 2009?
Vind jij ook dat kolderdag terug moet komen en wil jij je allerlaatste schooldag op het Camphusianum op een onvergetelijke manier doorbrengen? Kom dan naar de  vergadering!

Vergadering 26 mei
Wie? Alle huidige vijfdeklassers
Waar? Collegezaal
Wanneer? Grote pauze





woensdag 15 januari 2014

klas 4, schrijfopdracht 3, recensie

`Gevangene van Versailles`
  Getranceerd rundvlees in de Bastille

`Gevangene van Versailles` is het tweede deel van een trilogie die zich afspeelt in de tijd van de hugenotenvervolging. Deze trilogie is geschreven door Golden Parsons. Zij vond op de rommelzolder van een bejaarde tante na haar overlijden een stamboom van haar familie uit de zeventiende eeuw. Naast de stamboom vond ze in het boek ook enkele verhalen over de familie Clavell ten tijde van de hugenotenvervolging. Deze gegevens vormde de basis voor haar trilogie.
De hoofdpersoon Madeleine Clavell is een hugenote in de tijd dat de katholieke koning Lodewijk XIV regeerde over Frankrijk. In deel één is Madeleine vanwege de hugenotenvervolging met haar gezin naar Genève gevlucht. De koning is woest omdat Madeleine hem ontsnapt is. Hij wil haar namelijk als zijn officiële maîtresse aannemen. Madeleine heeft hem echter in haar jeugd al afgewezen toen ze met François Clavell trouwde.
In deel twee willen Madeleine en haar familie vluchten naar de nieuwe wereld. Koning Lodewijk heeft echter ook zijn spionnen de opdracht gegeven Madeleine op te sporen en zo snel mogelijk naar Versailles te brengen. Madeleine en haar zoon Phillip worden op tijd opgespoord en naar Versailles ontvoerd. Wanneer koning Lodewijk Madeleine ziet, is hij vastbesloten haar tot zijn officiële maîtresse te maken.

Hofleven

In het boek wordt het leven aan het hof van Versailles uitvoerig beschreven zonder dat het saai en langdradig wordt. De schrijfster beschrijft de sfeer van het hofleven zeer gedetailleerd. De hof rituelen, kostuums, het dansen en eten worden nauwkeurig maar toch vlot leesbaar beschreven. Maar niet alles is vanuit historisch oogpunt gezien helemaal juist. Het eten in de Bastille wordt bijvoorbeeld zo beschreven: “ Plotseling zwaaide de deur van zijn cel open (…), de ene gevangenbewaarder spreidde het tafelkleed uit over de tafel, (...). Daar hielp hij de ander een schaal getrancheerd rundvlees te serveren, een kom soep, salade, brood en een karaf wijn.” De Bastille was een beruchte gevangenis waar veel mensen gemarteld zijn, er werd beslist geen luxe maaltijd opgediend. En een kamer met een haardvuur vond je ook niet in deze beruchte gevangenis. 

Verrassend einde

‘’ Ga achter haar aan. Spaar kosten noch moeite. Zorg dat je Madeleine Clavell terughaalt naar Versailles. Het interesseert me niet hoe.” Koning Lodewijk heeft zijn zinnen er op gezet om Madeleine terug te halen naar Versailles. Niet alleen omdat Madeleine een herinnering is aan zijn jeugd maar ook omdat hij vermoed dat haar zoon Philip zijn eigen zoon is. Dit zorgt voor spanning in het boek. Al vanaf regel één vraag je je af of Lodewijk Madeleine weet te ontvoeren en of zij vrijwillig instemt met zijn eisen. Naast koning Lodewijk zit ook de hoveling Pierre achter Madeleine aan. Madeleine moet voor één van deze twee mannen kiezen. Hierdoor is het verhaal ook romantisch. Het einde is echter niet heel verrassend en onverwacht. Het verloopt eigenlijk bijna hetzelfde als deel één, alleen de gebeurtenissen zijn anders. Dat Madeleine uiteindelijk niet de officiële maîtresse van de koning wil worden, is vanaf hoofdstuk één duidelijk.

Aanrader


`Gevangene van Versailles` is een romantisch verhaal dat zicht afspeelt in de tijd van de hugenotenvervolging. Het boek leest gemakkelijk weg en beschrijft het hofleven in Versailles uitgebreid zonder dat het langdradig word. Het boek bevat helaas enkele historische fouten en het einde is niet echt onverwacht. Dat is jammer, maar verder is `Gevangene van Versailles` een mooie historische roman die zeker de moeite waard is om te lezen. 


vrijdag 1 november 2013

klas 4, schrijfopdracht 2, verslag internationalisering

Uitwisseling
Twee weken naar een highschool in Amerika

Op twaalf oktober gingen we met negentien leerlingen en twee docenten op uitwisseling naar de Verenigde  Staten. Nadat we hier maanden naar uit gekeken hadden, gingen we nu eindelijk echt. Na een vlucht van acht uur arriveerden wij in de Verenigde Staten. Toen moesten we nog langs allerlei veiligheidscontroles voordat we met een bus naar Deerfield konden gaan. In Deerfield werden we op de school hartelijk ontvangen door onze gastgezinnen.  De rest van het weekend hebben we met het gastgezin verschillende dingen in de omgeving bezocht. We waren daar tijdens de Indian Summer, zo wordt het verkleuren van de blaadjes daar genoemd. Het is erg mooi om te zien.

New York
Tijdens de uitwisseling hebben wij verschillende dingen in de omgeving bezocht. De leukste excursie vond ik zelf die naar New York. Wij zijn twee dagen met de groep naar New York geweest. We logeerden in een hotel in Stamford, een plaats dicht bij New York. We hebben alle hoogtepunten bezocht. Ik vond New York heel erg leuk. Het is heel anders dan Amsterdam. Ik vond het geweldig om alle plaatsen zoals Times Square en het Vrijheidsbeeld, die je van televisie kent in het echt te zien. Op Times Square hebben we winkels als M&M’s World en een speelgoedwinkel waarin ze een reuzenrad hadden, bezocht.

Sport
Sport is heel belangrijk voor veel Amerikanen zo ook voor mijn gastgezin. Na school gaat bijna iedereen sporten. Mindy, mijn uitwisselingsstudente, speelt in het hockeyteam van de school. Ik heb al haar hockeywedstrijden bezocht. De sportteams op school zijn te vergelijken met de sportverenigingen in Nederland. Ze zijn erg fanatiek. Vanaf school gaan ze met het hele team in een schoolbus naar de wedstrijd locatie. In deze bus schreeuwen ze allerlei yells. Ze hebben teambuilding activiteiten zoals een teamlunch.
De leerlingen bezoeken elkaars wedstrijden. Hierdoor ben ik ook naar een Football wedstrijd geweest. Bij deze wedstrijden speelt de schoolband en zijn cheerleaders. Dit is echt heel anders dan in Nederland maar leuk om een keer te ervaren. Naast Mindy’s wedstrijden heb ik ook veel sportwedstrijden gekeken.

Gastgezin
De Amerikaanse families zijn heel gastvrij. Ze willen je een leuke tijd bezorgen en proberen je zoveel mogelijk van de omgeving te laten zien. Ze zijn geïnteresseerd in Nederland. Ze hebben alleen geen enkel idee van Nederland. Ze stellen vragen als: “ Hebben ze in Nederland ook snelwegen.” Het eten is anders. Ze eten vooral vlees en weinig groente. Van mijn gastgezin heb ik veel eten gekregen om mee terug te nemen. Ik had bijna geen plaats meer in mijn koffer voor mijn kleding en daarom heb dat maar ik mijn handbagage meegenomen.

De uitwisseling was heel erg gezellig en leuk. We hebben leuke dingen gedaan en veel leuke, nieuwe mensen ontmoet. Ook heb ik ontdekt dat er wel cultuurverschillen zijn, maar dat het meeste toch hetzelfde is. Iedereen vond het jammer om weer naar huis te gaan. We hadden allemaal langer willen blijven. Ik heb er zin in om de Amerikanen in april weer te zien.  
  
                                          Bij een Football wedstrijd



woensdag 2 oktober 2013

klas 4, schrijfopdracht 1, reactie op forum


Het leren lezen van literaire teksten

Naar mijn mening is het een goed streven om jongeren te leren om teksten van enig niveau te begrijpen. Het lijkt mij een goed idee als hier op jonge leeftijd al mee wordt begonnen. Het is belangrijk om jongeren te stimuleren om literatuur te lezen.

Volgens de schrijver kunnen zelfs hoogopgeleide jongeren geen ingewikkelde teksten lezen. Dat vind ik een beetje overdreven. Er zijn wel jongeren die lezen leuk vinden en genoeg concentratie en geduld hebben om een (literaire) tekst te lezen. Ook kun je niet van iedereen verwachten dat ze het niveau hebben om deze teksten te begrijpen. Er zijn mensen die echt niet in staat zijn om deze teksten te lezen.

Ook met één of twee uur Nederlands per week kunnen jongeren hun schriftelijke taalvaardigheid verbeteren.  Het lagere niveau schriftelijke taalvaardigheid is niet te wijten aan het aantal lesuren, maar de kwaliteit hiervan. In twee lesuren hard werken, kun je meer leren dat vier uur lanterfanten. Het is daarom belangrijk om de kwaliteit van de lessen te verbeteren en niet zo zeer het aantal uur les.   

Dat scholieren moeite hebben met het lezen van literaire teksten heeft een oorzaak. Het niveauverschil tussen de literaire teksten en de boeken die jongeren over het algemeen lezen is groot. De overgang van kinderboek naar literaire tekst moet geleidelijker worden ingevoerd.


donderdag 13 juni 2013

klas 3, schrijfopdracht 8, ingezonden brief

Beste redactie,

Op de opiniepagina van 7 mei 2012 betoogd Ewout Sanders dat we tijdens de nationale herdenking op vier mei niet alleen de slachtoffers, maar ook de daders van de Tweede Wereldoorlog moeten gedenken. Hij schrijft onder andere dat het mededogen van sommige daders juist respect zou opleveren.

Tijdens de herdenking worden de slachtoffers herdacht. Een slachtoffer is iemand die heeft geleden onder een strafbaar feit. De slachtoffers kiezen hier niet zelf voor. De daders hebben echter wel een keuze. Het was niet verplicht om lid te worden van de NSB of om Joden op te pakken en naar Westerbork te transporteren. De mensen die dat deden hebben daar bewust voor gekozen. Nergens is de bezetter zo goed door de al bestaande politie geholpen als in Nederland. Moeten de mensen die daar aan hebben meegewerkt door een herdenking geprezen worden voor hun daden? Ze waren geen slachtoffer van de tijd, ze waren slachtoffer van hun eigen angst voor de bezetter. 

Daarnaast heeft de oorlog een enorm effect op de slachtoffers gehad. Ook tweede en derde generatie slachtoffers kunnen door de verhalen van familieleden een deel van die pijn voelen. Je wil toch niet iemand gedenken die meegewerkt heeft om jou familie te vermoorden. Vanuit die pijn gaat bijvoorbeeld de Joodse groepering TOF over tot acties. Moet de pijn van deze mensen worden afgestraft?

De regeldrang van de Joden is te verklaren. Joodse instellingen of synagoge worden regelmatig aangevallen. Daardoor voelen de Joden zich constant bedreigd en willen elk geluid dat ook maar lijkt op verzet tegen het Jodendom in de kiem smoren. Van uit de angst voor een herhaling van de historische gebeurtenissen is dit te verklaren en misschien ook wel op zijn plaats.

Dat niet iedereen meer beseft dat daders een keuze hadden, hoeft toch niet te betekenen dat we de daders gaan gedenken als slachtoffer van hun tijd. De nationale herdenking is een herdenking voor slachtoffers, niet voor de daders.

Met vriendelijke groet,

Mariëlle van Es


maandag 13 mei 2013

klas 3, schrijfopdracht 7, interview


“Geld ligt op straat, niet op kantoor.”

Jory Verwolf (1955) is opsporingsambtenaar bij de FIOD, de financiële inlichtingen en opsporingsdienst. Daarnaast was hij tussen 2002 en 2008 wethouder in Zederik.

Officier bij de marine
 “Vroeger had ik  helemaal niet de ambitie om bij de belastingsdienst te gaan werken. Toen ik vijftien was wilde ik officier bij de marine of ingenieur bij een botenbouwbedrijf worden. Ik was geïnteresseerd in boten en zeevaart. Ik heb me zelfs laten keuren voor de functie officier bij de marine.
Totdat ik op de middelbare school bleef zitten en een beroepentest deed. Uit de test kwam naar voren dat de economisch en administratieve sector beter bij me paste.”

Belastingdienst
De opleiding bij de belastingdienst is een combinatie tussen werken en leren. “Ik heb bij verschillende accountantskantoren gesolliciteerd en ik kon overal terecht. Ik heb uiteindelijk voor de belastingsdienst gekozen. De combinatie tussen studeren en verdienen trok mij aan. Ook is deze opleiding een goede basis geweest voor mijn latere baan.”
Na zijn opleiding heeft hij bij de Rijksaccountantsdienst gewerkt; controleafdeling van de belastingsdienst. Nu werkt hij bij de FIOD, de financiële inlichtingen en opsporingsdienst.
“Dat lijkt op de functie die ik eerst had, maar bij de FIOD gaat het over mensen die bewust de fout ingaan.”

FIOD
“Ik ben opsporingsambtenaar bij de FIOD, mijn baan lijkt op die van een rechercheur bij de politie: ik ben dus een rechercheur bij de belastingdienst. Ik spoor financiële en fiscale misdrijven op zoals belastingontduiking, verzwijging van rente en zwart geld.” 

“Ik vind mijn werk erg leuk. Het is een afwisselende baan. Ik werk veel met mensen en doe ook zelfstandig onderzoek. Het is ook een creatief beroep. Dat trekt mij aan in mijn baan.”

Jory vindt dat zijn baan ook enkele minder leuke kanten heeft. “De bureaucratie en de regelgeving neemt toe. Wij moeten ons aan regels houden, maar de belastingontduikers niet. Je moet bij wijze van spreken als je iemand opbelt eerst vragen: “ Heb je al een advocaat geregeld?” en een advocaat regelen voordat je het gesprek kunt voortzetten.
Al die regels maken het werk moeilijker. Door al die regelgeving is er steeds meer werk op kantoor want er moet steeds meer op papier worden gezet. Ik vind het werk buiten het kantoor leuker. Het geld ligt op straat, niet op kantoor.”

Naast zijn werk, heeft Jory een gezin en is actief op kerkelijk- en politiek gebied “Het is geen negen tot vijf baan. Maar het is goed te combineren met een gezin en andere activiteiten.”

Opleidingen
 “Ik doe nog steeds opleidingen, om mijn bevoegdheden bij te houden. Ik vind de opleidingen leuk. De examens hoeven van mij niet. De laatste tijd heb ik veel cursussen en studiedagen gehad. Vrijdag heb ik  een cursus strafvordering. Ook heb ik binnenkort een beveiligingsdag. Op zo’n dag oefen je hoe je een huiszoeking moet doen. Verschillende situaties die bij huiszoekingen kunnen ontstaan worden in scène gezet.”

Politiek
 “De politiek heeft mij altijd al geïnteresseerd. Op mijn vijftiende ben ik lid geworden van het politieke weekblad van de ARP. Verder ben ik toen niet actief geweest.  Laten ben ik wel actief geworden. Zo was ik in 1978 nauw betrokken bij de fusie van de ARP tot het CDA in Zederik. Ook ben ik op vele terreinen actief geweest in het regionale CDA. Daarnaast heb ik een jaar als penningmeester in het dagelijks bestuur  van het regionale CDA gezeten. Ik ben acht jaar raadslid geweest, waarvan zes jaar fractievoorzitter in gemeente Zederik. Van 2002 tot 2010 was ik wethouder sociale zaken bij gemeente Zederik.”

Wethouder
 “Ik ben wethouder sociale zaken geworden omdat het CDA de grootste partij was en ik mocht kiezen. Sociale zaken leek mij de interessantste portefeuille. Ik ben onder andere betrokken geweest bij de bouw van Open Vensters* en het Spant**.”

“We begonnen in een situatie waarbij er nog weinig geloof in Zederik was. Speelde Zederik nog wel ergens een rol in en was het nog ergens belangrijk voor? We hebben toen met z’n allen geprobeerd om te laten zien dat Zederik wel belangrijk is. Door verschillende projecten hebben we geprobeerd om de bevolking enthousiast te maken. In Ameide-Tienhoven hebben we onder andere het winkelcentrum en Open Vensters* nieuw gebouwd en een kunstgrasveld aangelegd op het sportveld. Het was financieel ook een betere periode. Door die projecten groeide het geloof in Zederik ook.”

“Ik kijk met veel voldoening terug op deze periode. Ik heb mijn periode als wethouder zeer positief ervaren. Natuurlijk waren er ook wel hobbels en frustratie maar ik ben zeer tevreden met de situatie.”

Door zijn functie als wethouder heeft Jory ook in het bestuur van de Avelingengroep*** gezeten. “Ik vond het erg interessant om te zien wat dat betekent voor die mensen. We hebben  geprobeerd als gemeente dingen, zoals een stukje groen onderhouden door deze mensen te laten doen”

Trends
Je hoort in de media steeds vaker dat politici worden bedreigd. Jory is nog nooit echt bedreigd.  “Ik ben nooit echt bedreigd maar er zijn wel mensen die me niet meer aankijken. Maar je leert er mee leven. Je kan het niet iedereen naar de zin maken.”

Jory merkt ook dat het steeds moeilijker wordt om mensen te vinden voor de politiek.
 “Mensen vinden voor één project is niet zo moeilijk. Het is moeilijker om mensen te vinden voor een langere periode. Dat is jammer. De motivatie van uit geloof is ook verdwenen.”
Toch is de interesse in politiek volgens hem niet minder geworden. “De jeugd heeft wel ambitie. We moeten opzoek naar een nieuwe manier om mensen aan te trekken. We moeten jongeren aanmoedigen, zo kunnen we de democratie in stand houden. In de politiek kunnen jongeren meebeslissen over hun toekomst.”
Deze nieuwe ontwikkelingen brengen ook problemen met zich mee. “Ik heb de angst dat doordat er mensen minder mensen actief worden in de politiek, mensen opeens dingen beginnen te roepen. Daardoor kunnen we veel problemen krijgen. De huidige politieke partijen geven rust en stabiliteit. Als er opeens mensen dingen gaan roepen en geen boodschap meer hebben aan de huidige politieke partijen worst die rust en stabiliteit verstoord. Daardoor kan een onrustige situatie ontstaan in de politiek.”

Vanuit deze visie ziet hij een aantal dingen in het huidige politiek systeem graag veranderen.
“Ik zou graag zien dat meer mensen betrokken zijn bij de politiek en willen meedoen.”
Ook zie hij graag dingen veranderen in de functies. “Als wethouder moet je de balans zien te vinden tussen goed geïnformeerd zijn en niet alleen maar bezig zijn met rapporten lezen of schrijven. Dan gaan mensen zich afvragen:” Wat doen wethouders eigenlijk?”  Als wethouder moet je nu vaak (te) veel rapporten lezen of schrijven. Er is een spanningsveld ontstaan tussen je persoonlijke presentatie en het voortdurend proberen te voorkomen dat je ondersneeuwt in de papieren massa. Ook komt er steeds meer bureaucratie. Deze dingen zou ik graag veranderd zien.”

Toekomst
“Ik ben nu geen wethouder meer, maar ik ben nog steeds actief in verschillende besturen. Ik ben bezig met de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen voor volgend jaar
Ik ga steeds vaker naar CDA partijbijeenkomsten of activiteiten. Ik vind de politiek nog steeds leuk. Ik wil me gaan inzetten om jonge mensen aan te trekken en meer een stimulerende of coachende rol hebben.”

Informatief en gezellig
Het interview met Jory was interessant. Hij vertelde veel informatie en gaf uitgebreid antwoord. Het was erg gezellig. Na het interview hebben we nog even na gepraat over de politiek. Tijdens het interview heb ik gemerkt dat politiek de hobby van Jory is. Opsporingsambtenaar bij de FIOD is zijn werk.












*het verzorgingstehuis in Ameide   ** het buurthuis in Ameide   *** bedrijf waar mensen met een beperking  werken